We hebben allemaal wel eens dagen gehad waarin we dachten: ‘Dit wordt een geweldige dag!’ En dan beginnen de onverwachte verstoringen of uitbarstingen.
De ene dag staan we op en voelen ons uitstekend en de andere dag voelen we ons zonder enig schijnbare reden terneergeslagen.
Het verschil in hoe we ons voelen en hoe gemakkelijk wij onze dag doorkomen heeft meer te maken met de hoeveelheid en het soort karma waarmee we te maken hebben, dan we beseffen.
Als er een bepaald karma bij ons terugkeert, verandert de situatie plotseling. We gaan bijvoorbeeld naar ons werk en worden zo maar ontslagen of we krijgen ineens een promotie.
We krijgen medische uitslagen en horen we dat wij moeten worden opgenomen in het ziekenhuis, of dat we een tweeling gaan krijgen.
Elke ochtend worden we aan de voordeur begroet door de hoeveelheid karma die we die dag toebedeeld krijgen.
We krijgen een deel goed karma toegewezen dat gebaseerd is op liefhebbende, vertroostende en verhelderende dingen die we in het verleden hebben gedaan. Maar er komt ook elke dag een bepaalde hoeveelheid negatief karma op ons af dat opgelost dient te worden.
In de meeste gevallen daalt er op twaalfjarige leeftijd, aan het begin van de puberteit, een klein deel van ons karma uit voorgaande levens voor het eerst op ons neer. (Sommige zielen nemen op een jongere leeftijd vrijwillig meer karma op zich.)
Zo kunnen de eerste twaalf jaar een tijd zijn waarin het kind waarden leert, de wet van karma en het juiste gebruik van energie. Als er aan kinderen voor hun twaalfde jaar kan worden geleerd dat zij een levensdoel hebben en als zij kunnen begrijpen dat het maken van keuzes belangrijk is, dan zal het veel gemakkelijker voor hen zijn met de uitdagingen om te gaan die zij op hun weg tegenkomen zodat ze veilig door hun tienerjaren en de jaren daarna heenkomen.
Als karma terugkeert, is dit complex en nauwkeurig. Kijk maar eens naar een brand die door een stad raast en plotseling van richting verandert. Daardoor blijven sommige woningen staan, terwijl andere worden vernietigd. Op de voorpagina van een krant stond eens een foto van een brand in een stadswijk in Californië. Het hele blok huizen was een grote puinhoop, behalve één huis dat volledig intact gebleven was. Ongelooflijk maar toch geloofwaardig als we de karmische wet begrijpen. Letterlijk en figuurlijk, hoe de wind waait is geen kwestie van toeval of grilligheid maar het resultaat van karmische cycli.
Een dramatisch voorbeeld van hoe de draden van karma en kansen door verschillende levens heen geweven zijn, vinden we in de teksten van de Engelse geschiedenis.
Dit is een verhaal over principe versus ambitie. Het is ook een les over hoe karma ons een tweede kans geeft.
In 1155, toen Thomas Becket pas zesendertig jaar was, benoemde de Engelse koning Hendrik II hem als kanselier van Engeland.
Becket was een energieke en bekwame diplomaat, staatsman en krijgsman. Hij werd de beste vriend en vertrouweling van de koning en was de op één na machtigste man in het rijk.
In 1161 wilde Hendrik dat Becket aartsbisschop van Canterbury werd. Hendriks motief was eenvoudig. Door zijn vriend op de hoogste posten van zowel kerk als staat te plaatsen, kon Hendrik spanningen vermijden die er gewoonlijk tussen de aartsbisschop en de koning heersten. Becket aarzelde.
Hij voorzag het onvermijdelijke conflict tussen de belangen van de koning en die van de kerk.
Toen de koning bleef aandringen gaf hij uiteindelijk toe en accepteerde het ambt als zijnde ‘Gods verborgen wil’.
Na zijn wijding tot aartsbisschop nam Becket een sobere en devote levenswijze aan, in tegenstelling tot zijn voorgaande jaren als ‘rijk man van de wereld’.
Tot Hendriks grote ongenoegen nam Becket ontslag als kanselier en zette zich ijverig in voor de zaak van de kerk.
De verhouding tussen de twee mannen verslechterde snel.
Toen Becket werd bedreigd met gevangenschap of gedwongen ontslag, vluchtte hij naar Frankrijk. Zijn ballingschap duurde meer dan zes jaar.
Gedurende die tijd werden zowel Becket als de paus door Hendrik uitgedaagd, door zijn zoon als mederegent te laten kronen door de aartsbisschop van York, een recht voorbehouden aan de aartsbisschop van Canterbury.
Toen excommuniceerde Thomas Becket de bisschoppen die Hendrik hadden gesteund en dreigde hij Engeland met een interdictie waardoor alle kerken gesloten konden worden.
Hendrik krabbelde ten slotte terug en vroeg Becket terug te keren naar Engeland waar hij door een enthousiaste menigte werd verwelkomd.
Maar het duurde niet lang voordat de twee weer met elkaar in botsing kwamen. In een uitbarsting van woede schreeuwde Hendrik: ‘Wat een stel ontrouwe lafaards heb ik in mijn hof, dat er nou niemand is die mij wil bevrijden van deze priester van lage afkomst.’
Vier baronnen hoorden die opmerkingen van de koning en op een brute manier vermoordden zij Thomas Becket vier dagen na kerstmis in de kathedraal van Canterbury. Diens laatste woorden waren: ‘Uit naam van Jezus en ter verdediging van de Kerk, omhels ik de dood.’
De moord op Becket was een schok voor de christenen. Zijn graftombe werd al gauw een heiligdom en een plaats waar honderden gerapporteerde wonderen geschiedden.
Reeds drie jaar na zijn dood werd hij heilig verklaard. In 1174 deed koning Hendrik – onder druk van de publieke opinie – boete bij Beckets graftombe.
In de 16e eeuw kregen de zielen van Thomas en Hendrik weer de rollen te spelen van kanselier en koning van Engeland.
Opnieuw kregen ze de keuze om de goddelijke of de menselijke wil te dienen, om op te komen voor principes of voor wereldlijke macht.
Thomas Becket reïncarneerde als Sir Thomas More en Hendrik II als de beruchte koning Hendrik VIII.
Zie hoe exact de gelegenheid is, gebaseerd op karma uit het verleden.
Vanaf 1510 verhief koning Hendrik VIII Thomas More tot een reeks publieke ambten.
More was een raadsman, een volleerd deskundig klassiek geleerde en een diepreligieus mens.
Hij hielp Hendrik bij het schrijven van een verklaring tegen de doctrines van Martin Luther, waarvoor de paus Hendrik beloonde met de titel: ‘Verdediger van het geloof’.
Opnieuw werden Hendrik en Thomas More vrienden en de koning benoemde More tot kanselier van Engeland.
Tijdens zijn kanselierschap verwierf More zich de reputatie van een zorgvuldig en eerlijk rechter. Toen de koning echter de macht over de kerk naar zich toe begon te trekken en zich tegen de kerkelijke wetten in liet scheiden van koningin Catherina, nam More zijn ontslag.
Hij weigerde een eed af te leggen en daarmee te erkennen dat de nakomelingen van Hendrik en zijn nieuwe vrouw troonopvolgers zouden worden, omdat hierin een bepaling stond die de pauselijke macht tartte.
Hiervoor werd hij gevangengezet in de Tower van Londen.
In 1535 kwam More voor de rechter, werd veroordeeld voor hoogverraad en vervolgens onthoofd omdat hij zich verzette tegen de ‘Act of Supremacy’ (Akte van Suprematie), waarin Hendrik tot hoofd van de kerk van Engeland uitgeroepen werd.
More’s laatste woorden klonken als een echo van de gevoelens die Becket destijds had geuit. Hij zei dat hij stierf voor het geloof van de heilige katholieke kerk, ‘een goede dienaar van de koning, maar op de eerste plaats een dienaar van God’.
Net zoals Becket werd More door de kerk heilig verklaard.
Ironisch genoeg liet Hendrik VIII de schrijn van Sint Thomas Becket in 1538 afbreken.
Hij gaf ook opdracht om Beckets naam uit de gebedenboeken te schrappen en verbood elke afbeelding van Becket in Engeland.
Na zoveel eeuwen had hij Becket nog steeds niet vergeven, net zoals hij Thomas More niet had vergeven.
Bijna-doodervaringen, regressie naar vorige levens en verklaringen van degenen die de spirituele gebieden met hun innerlijk oog ‘zien’ schetsen allemaal een beeld van wat er tussen twee levens in gebeurt.
De verklaringen geven aan dat wij tussen incarnaties in, in een verhoogde staat van bewustzijn verkeren, een staat die werkelijker lijkt te zijn dan het leven op aarde. Zij beschrijven prachtige meren en schitterende steden en ontmoetingen met ‘lichtwezens’.
Dannion Brinkley die driemaal een bijna-doodervaring heeft gehad, werd naar een ‘stad van kathedralen’ geleid die geheel bestond uit een schitterende kristallen substantie. Hij ontdekte later dat dit universiteiten waren, plaatsen ‘waar geen pijn bestond en waar kennis vrijelijk stroomde’.
Het boek Life Between Life door Dr. Joel Whitton en Joe Fisher beschrijft de ervaringen van degenen die zich onder hypnose herinnerden wat zij tussen hun levens in deden.
Sommigen meldden dat zij studeerden ‘aan grote universiteiten die voorzien waren van bibliotheken en congreszalen’.
Artsen en juristen meldden dat zij hun respectievelijke disciplines gedurende een tussenleven bestudeerden, terwijl anderen zich herinnerden dat zij zich toelegden op ‘de wetten van het universum’ en andere metafysische onderwerpen. Sommige mensen vertelden zelfs dat ze onderwerpen bestudeerden die niet te beschrijven zijn, omdat die op aarde niet bestaan.
De verslagen laten zien dat wij tussen levens tegenover een ‘groep’ of een ‘raad’ komen te staan, die bestaat uit drie tot zeven vergevorderde spirituele wezens.
Degenen die zich deze ontmoeting met deze raad herinneren, zeggen dat deze wijze wezens hen voorbereidden op toekomstige taken in hun volgende leven.
Dr. Whittons proefpersonen vertelden dat deze wezens spiritueel vergevorderd waren en misschien zelfs de cycli van hun aardse incarnaties volbracht hadden.
Ze zeiden dat deze wezens intuïtief alles weten over degenen die bij hen komen en dat het hun taak is te helpen bij de evaluatie van hun incarnatie die net achter de rug is, om uiteindelijk aanbevelingen te doen voor de volgende incarnatie.
In sommige spirituele tradities staat deze raad bekend als de Karmische Raad, een groep vergevorderde wezens die karma, genade en oordeel uitspreken ten behoeve van elke ziel.
Na elke incarnatie heeft de ziel een ontmoeting met de Karmische Raad om haar vorderingen in dat leven te bekijken.
Voordat wij weer geboren worden passeren wij deze Raad om onze opdracht en het ons toegewezen karma te ontvangen.
Wij krijgen te zien in welk gezin we geboren zullen worden en waarom, waar we in het verleden moeilijkheden mee hadden, met wie we rekeningen te vereffenen hebben en hoe wij gebruik kunnen maken van nieuwe mogelijkheden om spiritueel te groeien.
Het komt er in wezen op neer dat we het plan voor ons aanstaande leven bekijken.
In Life Between Life vertellen Whitton en Fisher dat dit levensplan – dat zij ons ‘karmische script’ noemen – te maken heeft met wat onze ziel nodig heeft, en niet noodzakelijkerwijs met wat zij wil.
‘Het karmische script vereist vaak dat we opnieuw betrokken raken bij mensen die een rol hebben gespeeld in onze vorige incarnaties, zowel plezierig als onplezierig’, schrijven ze.
“Dit zijn de woorden van iemand die zich verplicht voelde om iets goed te maken met anderen: ‘Er zijn mensen die ik niet al te best heb behandeld in mijn laatste leven en ik moet weer naar het aardse niveau terug om die schuld te vereffenen. Als ze mij deze keer iets kwaads terugdoen, dan ga ik ze vergeven, omdat teruggaan naar huis het enige is wat ik werkelijk wil. Dit is thuis.’”
Iemand anders van dr. Whittons proefpersonen kreunde: ‘O nee, niet zij weer!’ toen zijn spirituele raadslieden hem meedeelden dat zijn persoonlijke vooruitgang het best gediend zou worden door weer geboren te worden bij een vrouw die hij in een voorgaand leven had vermoord.
Nadat een vrouw over mijn lezingen had gehoord die gingen over de ervaring van de ziel vóór het leven, schreef zij mij over een voorgeboortelijke herinnering die zij vele jaren eerder had gehad.
Zij herinnerde zich nog dat zij door haar Hogere Zelf naar een ruimte werd begeleid die op een lange zaal leek.
Mannen en vrouwen in lange gewaden zaten aan een tafel aan de rechterkant van de zaal. ‘Ik herinner mij dat ik voor een man stond die aan het midden van de tafel zat. Hij had wit haar tot op zijn schouders en een lange witte baard’ schreef ze.
‘Hij had een vriendelijke uitstraling die mij op mijn gemak stelde terwijl hij mij voorlas uit een perkament in zijn hand waarop mijn opdrachten voor dit leven stonden.
Ik was toen een reuze opgewonden klein meisje en ik kon bijna niet wachten om te beginnen … Ik verliet de zaal met mijn gids en toen ik een prachtige tuin inliep begon ik te beseffen dat mijn missie misschien niet zo eenvoudig zou kunnen zijn.
Ik begon mij onzeker te voelen. Wij gingen op een stenen bank zitten omringd door prachtige rozen en bloemen in allerlei kleuren.
Ik dacht diep na, wetend dat ik een paar ogenblikken later bij mijn huidige moeder geboren zou worden.
Ik wist dat ik haar kwam helpen en steunen maar ik moest ook iets heel belangrijks doen als ik daar oud genoeg voor was.
Ik wendde mij tot mijn begeleider met een bezorgde uitdrukking op mijn gezicht en vroeg: ‘Zal ik verliezen wat ik tot nu toe heb verworven?’ Hij nam toen mijn beide handen teder in de zijne en zei: ‘Dat is aan jou.’
Zijn er mensen in je leven bij wie je voelt dat ze er zijn als een gelegenheid voor vergeving, groei en transmutatie?
Welke geschenken krijg je van de naasten in je leven?
Kun je de verbinding voelen met de wijze en heilige raadgevers die je in dit leven geholpen hebben om te besluiten stappen te nemen voor spirituele groei?
Afbeelding van je Aanwezigheid
Dit is je IK-BEN-Aanwezigheid, de Magische Aanwezigheid, je eigen spirituele zelf.
Neem een paar momenten van stilte om te ademen, bezinnen, en dit Licht boven je en om je heen te denken en te voelen.
Ervaar IK BEN een Wezen van Licht.
Ben je een geschiedenisfanaat? Als je geïnteresseerd bent om meer te leren over het verhaal van Koning Hendrik en Thomas More, overweeg dan een filmavond met de klassieke film: Man for All Seasons die je meer vertelt over het fascinerende verhaal van deze krachtige zielen.
Je kunt jezelf en je vrienden vragen: ‘Hoe onthult deze kwestie in het leven van de koning het karakter van de adviseurs om hem heen?’
‘Welke rolspelers leken te leren van Thomas More?’
‘Waarom verraadde een van zijn vrienden Thomas More?’
‘Wat voor goeds brachten zijn keuzes voort?’
‘Hebben we een staatsman als Thomas More aan de macht in deze tijd?’
Copyright © 2020 The Summit Lighthouse, Inc. Alle rechten voorbehouden. Privacy Policy Karmalessen.